Een buitenlandse partij had geen fatsoenlijk boekenonderzoek meer kunnen doen, volgens Knot, want de bank zou in pakweg twee dagen door zijn liquiditeit zijn. Daarom zag Nederland zich haast gedwongen ABN Amro en Fortis Nederland te nationaliseren. De Nederlandse overheid moest snel handelen om de stabiliteit van het financiële stelsel te redden.
Knot wees erop dat de Europese Centrale Bank (ECB) en de Belgische overheid al meer dan 100 miljard euro aan noodsteun in Fortis hadden gestopt. ,,Maar de uitstroom van geld ging door.” Knot: ,,Als we Fortis niet hadden gered, hadden we in Europa een tweede Lehman gehad.” En dat had volgens de huidige bankpresident het vertrouwen in herstel van de financiële stabiliteit blijvend weggeslagen.
Herstel van die stabiliteit was voor Nederland het belangrijkste doel. De betaalde prijs was ,,van secundair belang”, zei Knot. Uiteindelijk betaalde Nederland 16,8 miljard euro voor de Nederlandse onderdelen van Fortis. Knot noemde dat ,,een verantwoorde prijs.” Dat er later nog geld bij moest om de onderdelen levensvatbaar te houden, was bij de onderhandelingen niet voorzien.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl